Variant op: De dochter van Albion door Tsjechow
Een week nadat mijn relatie uit was gegaan, installeerde ik de naarste datingapps op mijn telefoon. Mijn zoektocht naar zo eenmalig mogelijke ontmoetingen bracht mij hier aan de bar van dit kleine café in de even kleine studentenstad L., met ene Iwan Grjabow, PhD student astrofysica. Je mag ervan vinden wat je wilt, maar ik heb geen last van sletvrees. Sterker nog, ik ben vrij trots op mijn veroveringen. Ik organiseer ze zelfs. In de kringloop heb ik een ouderwetse kaartenbak gekocht en hierin stop ik voor al mijn kortstondige ontmoetingen een kaartje. Ik zet de kaartjes op alfabetische volgorde en voorzie ze van de essentiële informatie: beroep, afkomst, lichaamsbeharing, de grootte van hun geslacht en een algemene beoordeling tussen de nul en de tien. Mocht mijn mannenbron eens opdrogen, kan ik hier altijd nog op terug vallen, alhoewel ik nu de regel hanteer nooit twee keer met dezelfde man naar bed te gaan. Het is een verslavende hobby, het vissen naar potentiële kandidaten. Ik ben een jager en ik spaar die arme vissen als mijn trofeeën. Als dit sportvissen zou zijn, dan was ik een prijs winnende visser geweest. Ik ben niet knap, maar approachable, dat is belangrijk als lokaas. Ik heb leuke humor en als jij dat niet hebt, dan heb ik een vrij overtuigende neplach waardoor dat totaal niet opvalt. En als je niet zo mooi bent, kan ik mij daar ook wel overheen zetten.
Toch kan ik me er niet aan onttrekken dat deze Iwan Grjabow wel echt een teleurstelling is. De conversatie verloopt moeizaam door zijn zware Russische accent en al vier wijntjes lang probeer ik me af te vragen of ik fysiek in staat zou zijn om met hem naar bed te gaan. Toen ik op de app zag hij astrofysicus was, had ik eigenlijk al af moeten haken. Toch had ik op het groene vinkje geklikt bij het zien van zijn foto. Je moet toch wat als je een complete kaartenbak probeert te vullen. Zijn foto’s waren echter een vrij optimistische weergave van de werkelijkheid geweest en bovendien bleek de bewering dat hij 1,75 m was ook een overschatting. Plukken zwart borsthaar reikten tot ver in zijn hals en zouden vast overal over zijn lichaam zitten. Zijn lichaam was vadsiger dan ik had verwacht en was verbonden met zijn pafferig hoofd middels een dikke, stompige nek. Bovendien kon hij alleen maar over zwarte gaten praten en leek hij niet geïnteresseerd te zijn in mijn uiterst spitsvondige geopolitieke analyses over de positie van zijn thuisland. Op de vraag of hij een spion was voor Poetin kon hij evenmin lachen en keek hij mij met pure minachting aan. Bij het vijfde wijntje realiseerde ik mij dat hij waarschijnlijk wél de drank zou betalen. Dit stemde mij gunstiger en gaf mij een excuus om deze date uit te zitten. Na de zwarte gaten begon Grabjow Plofkop te oreren over quantumtheorie en iets over een oneindige hoeveelheid zwarte gaten in een oneindig universum. Na een paar zinnen hoorde ik hem al niet meer en knikte ik alleen af en toe maar wat. Aan het einde van het relaas was het enige relevante wat ik kon vragen of hij ook David Bowie in zo’n universum kon vinden, die schijnt daar namelijk ook ergens als een zwarte ster rond te hangen. Grabjow-humorloze-Plofkop wist niet eens wie Bowie was. Daarna ging hij verder parallelle universums, waarin alles al een keer gebeurd is. Mijn gedachten dwaalden af naar hoe dat parallelle universum eruit zou zien als ik hem niet mee naar huis zou nemen, maar dat gedachte-experiment duurde niet lang. Ik had tenslotte nog geen Rus in mijn collectie en ik dacht er niet graag aan dat mijn missie zou mislukken.
Toen ik echt hopeloos verdwaald was in het quantumfysische gesprek, werd ik betrapt. Saar, mijn clubgenoot en tevens bondgenoot in de strijd tegen de monogame burgerlijkheid, liep de kroeg binnen. Al snel zag ze mij zitten aan de bar, haar blik ging eerst naar mij, daarna naar mijn date en toen weer vragend naar mij.
“Hij is Russisch, praat geen Nederlands, we kunnen normaal praten” legde ik snel uit toen ze mijn richting uit kwam lopen.
“Jezus Floor, denk je echt dat je het hier op kan?”
“Nou ik weet het niet. Hij is totaal humorloos en ook vrij ongemakkelijk.”
“Ja, maar daar voel je natuurlijk niks van, ik doelde meer op het borsthaar. En die kop natuurlijk.”
“Ja, op de foto’s leek het allemaal mooier, ik sta alleen al wel ruim een week droog. Ik heb zelfs speciaal mijn kamer opgeruimd. Ik heb er echt geen zin in dat ik dat voor niks heb gedaan.”
“Jezus Floor, jij gaat wel ver hoor. Ten eerste, kijk naar dat borsthaar. Hij lijkt wel een vrachtwagenchauffeur. Kan je nagaan, dat haar zit waarschijnlijk overal, ook op zijn billen. Ten tweede, kijk die kop, wat een kikker zeg, of een pad eigenlijk. Ten derde, kijk dat dikke lichaam, ik dacht dat jij op dunne jongens viel? En dan tenslotte ziet hij er uit als een zweter. Weet je nog, die Spanjaard, waarvan je dacht dat hij in je gezicht was gekomen en dat het zweetdruppels bleken te zijn? Nu ga je te ver Floor. Je neemt dit spelletje veel te serieus.”
“Ja ja, misschien moet hij gewoon nog een biertje drinken en komt hij dan los.”
“Floor, het is een Rus en hij heeft ook nog eens flink wat lichaamsmassa. Daar kan je misschien nog wel twintig bier in gooien voordat hij het gaat voelen.”
“Jezus, maar ik wilde gewoon naaien vanavond, ik heb denk ik helemaal geen tijd om weer iemand anders op te pikken.”
“En die van vorige week dan? Is die niet nog in Nederland?”
“Ik heb de regel en die ga ik niet breken, ik ga niet twee keer met dezelfde man. Misschien als ik niet kijk als hij zich uitkleed, snel het licht uitdoe en me even snel laat nemen?”
“Oké, je moet het zelf weten. Ik vind het een Ork.”
Grjabow keek nog steeds stoïcijns voor zich uit terwijl hij zijn vijfde wijntje over de bar schoof.
“Het moet nu maar eens gebeuren” concludeerde ik. Ik sloeg mijn wijntje achterover en blafte semi-verleidelijk “Come with me” naar Grabjow.
Grabjow betaalde snel de rekening en toen ik zijn zweterige hand pakte om hem mee naar buiten te nemen, zag ik Saar mij hoofdschuddend nakijken.
“Jij bent geobsedeerd met dat mannen-vissen!” riep ze nog.
Ik had tactisch een kroeg uitgekozen aan de overkant van mijn straat en leidde een nog even stoïcijnse Grabjow mijn huis binnen. De meeste mannen maakte opmerkingen over de opvallende inrichting van mijn studentenhuis, een smal maar hoog grachtenpandje met vier trappen, donkerrood gelakt, zo steil dat het eigenlijk ladders waren. De hork bleef zwijgen. Aangekomen bij mijn deur liet ik zijn vieze zweethand los om de deur van het slot te halen en hem binnen te laten. Ik had verwacht dat hij me wel zou proberen te zoenen, maar dat deed hij niet. Grabjow bleef midden in mijn donkere kamer staan. De deur draaide ik achter mij op slot, en ik dacht aan wat ik tegen Saar had gezegd: ik laat hem op bed liggen, het licht uit, in een hoekje uitkleden en er snel overheen.
“Lie down on the bed” zei ik en Grabjow begon zijn schoenen uit te doen. Achter mijn kast trok ik mijn vest uit, stapte ik uit mijn hakken en ritste ik mijn jurk los. Toen ik opkeek zag ik vaag in het donker de Plofkop op mijn bed liggen. Behalve zijn jas en schoenen had hij al zijn kleren nog aan. Snel haakte ik mijn bh los, stapte ik uit mijn slipje en liep ik half op de tast naar het bed toe. Dit ging goed zo. Ik stapte op het bed, met mijn knieën aan weerszijden van Grabjows grote lichaam en voelde de stof van zijn spijkerbroek tegen mijn blote bovenbenen schuren. Ik had verwacht dat hij mij wel zou betasten, maar het leek alsof ik zojuist een meelzak was bestegen. Met mijn handen voelde ik waar hij zich precies onder mij bevond. Eerst langs zijn spekkige schouders, zijn bovenarmen en zijn vettige buik. Ik wilde zijn handen pakken om op mijn welgevormde borsten te leggen, dan zou hij wel in beweging komen. En in beweging kwam hij, zijn rechterhand ging mij voorbij en plots ging het nachtlampje aan. Grabjow’s pafferige hoofd doemde op in de duisternis en keek me spottend aan, alsof hij gewonnen had. Zijn blik gleed eerst over mijn gezicht en daarna langzaam naar beneden over mijn naakte lichaam. Toen begon Grabjow te lachen terwijl hij “So sad, so sad” mompelde.
Zonder mijn intieme delen te raken duwde hij mij van zich af en stond weer op van het bed. Snel dook ik weg in de lakens, roze en naakt als een bange worm gespiesd aan een haakje. De Rus trok zijn jas en schoenen weer aan en keek nog een keer achterom naar mij.
“So stupid, you think that you are the hunter. Well, you actually are the poor prey” sprak hij me toe in zijn zware Russische accent. Daarna liep hij weg en trok hij de deur achter zich dicht.