TOEN / NU

NU

.
ik kan het verdriet houden. tafels stoelen
grove inktmachines vulling van reliëf.
ik kan verdriet uitstrijken met een botermes.
soms als een voetganger op oranje licht
de wacht houden.

.
een seconde is een meter zon.
een seconde is een trilling in een lab.
een seconde is onderdeel van
een minuut is een meter zon.
een minuut is een oscillatie luister.
een minuut is voor het uur wat
een seconde is voor een meter zon.

.
ik kan het verdriet houden.
er zijn bezittingen.
dingen behoren aan mij toe.
ik ben een gemeenschappelijke deler.
zoals deze hand soms
om mee uit mijn glas te drinken
soms voor jou.

soms is het ding een weeskind
zoals het zit aan een tafel
en opkijkt wanneer iemand binnenkomt.

zoals iemand binnenkomt maar niet van mij is.
ook ik ben niet van mij.

.
bij benadering kneden
in de borstkast

zoals alles bij benadering.
zoals ook het smeren van boterhammen
en het scheppen van koffie.
een maag vol brood
niet geheel berekenbaar tot op de minuut
hoe ver je ermee komt.
ditmaal niet tot jouw huiskamer.
ditmaal halfweg, tot het moment
van verschijnen van een huis
in de verte.
ditmaal kom jij tegemoet,
strompelend, sprankelend,
maar op welk brood, op wiens caffeïne?
in de borstkast hoorbaar
jouw hartkamer paradoxaal
genoeg voor seconden
binnen seconden.
van buiten kleiner dan van binnen,
van binnen ruim genoeg
voor oneindig geraffineerd geroezemoes.
wie heeft dat in elkaar gevouwen?
wiens vingers gaven de articulatie
van jouw klok

zoals een lichaam
geest geeft?