TOEN / NU

TOEN

ik

verwondde
met het overlijden van mijn opa

ik arriveerde
in het verzorgingstehuis
waar iedereen
televisie keek
en hele zachte
aardappelen at

ik hoorde

dat het slechter ging
en kon slechts huilen
op het toilet
van het ziekenhuis
of in de trein
naar huis

er was een moment
dat er heel veel
pijn was
in een ruimte
en dat iedereen
steeds
maar weer
bleef zitten

in die pijn

er was een moment
dat ik je belde
vanuit de trein
en in tranen
uitbarstte

dat ik je
even
terug
zou bellen

jou


en hoe verrast dat je was

toen ik arriveerde
bij jou thuis

lang niet zo kwetsbaar
als ik leek
aan de telefoon

bij jou thuis

ging dat namelijk niet


bij jou thuis
hield ik iets meer afstand





bij jou thuis



twee stoelen en een bank

kijken we naar televisie

tot op een gegeven moment


dat ik wakker blijf


en jij naar bed