Opeens verscheen de mail1 van Jolanda. Ze bond, op vreemd typische wijze voor een dame van haar leeftijd,2 een structurele strijd aan met de digitale werkelijkheid (mijn beperkte, gen-z-achtige basiskennis zou tot een impasse kunnen leiden, maar over het algemeen brengt rondklikken je wel waar je over het algemeen zijn moet).
In de mail, door de blauwe inbox en een zwarte laptop omkaderd, schreef ze over een nieuwe collega genaamd Lies.3 Er stonden veel uitroeptekens bij (een achter de naam Lies(!), en een achter januari(!)). Dus schreeuwde de mail: belangrijk! En enthousiasme! Of, opluchting!!!
In een thuiszorgteam van acht is een nieuwe collega natuurlijk dat, belangrijk (ik ben tenslotte niet de enige die geld moet verdienen, en de zorg verdient vrij goed, ook al heeft ze een slecht imago), en opluchting (nu is mijn verantwoordelijkheid ietwat minder groot, denkt iedereen toch maar weer opgelucht). Enthousiasme! Geld!4
1. In de tijd die ik moest wachten op dat mailtje, had ik een starter opgehaald om brood te bakken (ook een soort meel, dacht ik, meel om de tijd mee te vullen). Want de tijd vergt nu eenmaal geduld, te veel geduld; het komt vooral aan op wachten (tijd is tegenwoordig geld). Het was staren naar een scherm, of staren naar een gesloten koelkast deur waarachter iets lag te rijzen.[i] Het was staren naar een scherm met het Griekse woord chrematistike[ii] en het Engelse woord money (Monnie). Wachtend op de mail.↩︎
2. Het verbaast me elke keer als dit soort stereotypes waar blijken te zijn. We kunnen niet ontsnappen aan wat de wereld van ons gemaakt heeft. Ondertussen was ik een xenofeministisch manifest gaan lezen. (Soms snap ik zelf ook niet meer waar het allemaal heen gaat), maar het ging over vervreemding en computers (daar was ik op dat moment niet mee bezig, want ik was over geld aan het lezen, dus ging het vooral over vervreemding, en het was tegen Marx én tegen kapitalisme (verfrissend! Opluchting!).[iii]↩︎
3. Lies, dacht ik. Die naam Lies komt maar 415 keer voor in Nederland (dat is maar 140 keer meer dan Broer). Niet veel dus, en ik heet ook al zo.[iv]↩︎
4. Het was een andere Jolanda uit een ander team. Blijkbaar had ik een tweede baan moeten aannemen. Rondkomen is nu eenmaal moeilijk als je continu afdwaalt en naar schermen en koelkasten gaat staren.↩︎
[i] Waarbij de/het ei in reizen in het spreken naar buiten gericht is; als men deze ei uitspreekt is het vlakker en langer gerekt (zoals de horizontale lijn van een landschap en de vorm van de letters), is de ij in rijzen langwerpiger. Bij het uitspreken van een ij vormt de mond een ovaal waarin een lange ij past. Zo vormt men met de mond een ei-achtige vorm; zij het langer en meer betrekkinghebbende op zuurdesemdeeg, en dat soort zaken. ↩︎
[ii] Er was eens een man die besloot dat geld de oplossing was…↩︎
[iii] Het is vooral vervreemdend om teksten te lezen van Mannen over vervreemding waar het woord money zo vaak in voor komt dat het als mannie gaat klinken, wat dan weer lijkt op manie en mannen (en dan zijn we volgens mij weer terug bij af; hebben die xenofeministen toch maar weer mooi gelijk). Vervreemding!↩︎
[iv] De kans dat dat gebeurt is (415 op 18 036 726)*(415 op 18 036 726).↩︎