5 gedichten

I. 

Als kind zocht ik naar takjes van de juiste dikte 
Voor het wegschrapen 
Van gele zandsteen 
Een gezamenlijke activiteit 
Meerdere kinderen 
Met meerdere takjes 
Van de juiste dikte
Samen betrokken in 
Een onderzoeksproject
Begrensd door voegen van cement
Een hekwerk aan onze rechterhand 
En een afgebakend tijdsbestek 
Vroegen we ons af
Wat er achter die gele zandsteen 
Geweest zou zijn

II. 

Dit is geen link gedicht, maar helaas slechts pure vorm
Afwezigheid van politiek is ook politiek 
Werd mij ooit verteld
Langs mij vliegt een konijn 

(opent in een nieuw venster) 

Dat zorgeloos kritiek naarbinnen werkt  
Alsof het ongevaarlijk is en
Geen scherpe randjes heeft
Het konijn spreekt me toe

(kauwend) 

Vraagt naar mijn politieke engagement 
En vraagt me of ik weet wat er komen gaat
En hoe apocalyptisch het weer morgen gaat worden

III. 

Een virtuele miereneter
Zuigt mijn dromen leeg
Die bevolkt worden door 
Een zwerm van geïntegreerde 
Vraagstukken en  
Onopzettelijke mislezingen 
Een resoluut interface 
Gemaakt ter adaptatie 
En eindeloze zelfverwerkelijking 
Van mijn gevleugelde reptielenbrein

Ik ben (nog niet)

Ik wil Sanskriet leren eten van kleitabletten

Ik kan (als ik wil)
Ik mag?

IV. 

In mijn onderbewustheid ben ik een kind 
Een schrijver  
Een god
In het diepst van mijn gedachten
Slechts gebonden aan mijn psychosomatische gesteldheid
Droom ik over een nieuwe orde

Als een kind
Een schrijver
Een god
Verdeel ik de wereld en vorm het
Alsof het kneedbaar is 
Alsof het niet weerbarstig is 
En zich niet verzet 

Maar ook ben ik monster 
En meester 

En draag mijn woede in mij mee

V.

Als het stil is hoor ik het ruisen van 
Drank en varkensvet vermengd met knoflokige 
Tapenade op een stukje stokbrood 
Gesprekken over een huis dat gebouwd gaat worden
Houtprijzen die weer gedaald zijn en kinderen
Die nog geboren moeten worden
Zodat je naar ze kan kijken vanaf je balkon
Blaffend als een hond met een nieuw speeltje 
Met uitpuilende ogen 
Denk je aan wat ooit was
                 voordat