Inleiding #PRAATZIEK

SKUT is na drie nummers nog steeds niet uitgepraat en daarom is het thema van SKUT#4 ‘Praatziek’. Nou ja, zo gaat dat natuurlijk niet echt, maar zo schrijf je het wel op, blijkbaar.

Je zou ook kunnen zeggen: SKUT is na drie nummers aan haar bestaansrecht gaan twijfelen en om zich haar spreekrecht niet te laten ontfutselen door een wakker geblafte buitenwacht, hult ze zich bij voorbaat in de pathologische vermomming van de praatziekte. Ook zo gaat het natuurijk niet.

Hoe het ging doet er feiteijk  weinig toe want waar het om gaat is: wat gaan we doen? Op zich heeft geen enkele SKUT-inleiding ooit een milimeter duidelijkheid verschaft over wat het aanstondse nummer  ging brengen. Nu wel?

Nu wel, want we de redactie is uit haar herfst-, lente- en zomerslaap geschopt. Voortaan stormt de redactie ver voor de donortroepen uit. Op verkenning dus: de bestemming is ‘Praatziek’ en wat neemt de redactie zoal mee?

Om te beginnen: de literatuur zit natuurijk vol kletsmajoors, verbaal overcompenseerde klaagzangers en lieden die, als ze iets te zeggen zouden hebben, al lang en breed stil zouden zijn. We noemen een Beckett. We noemen een Pinget. We noemen een Dostojewski. We noemen een Bernhard. We noemen een Ponge. Wat beter dan deze spraakwatervallen vrijelijk laten stromen in een klotsende polyfonie? We hebben er de redactionele know-how voor in huis, you bet.

Verval-in-gepraat, zegt u dat wat? Nee? Geen Heidegger-bijvakje gevolgd? Tja, kun je niet mee naar Spanje hé? We praten u wel eventjes een-twee-drie bij, want SKUT is een verlengstuk van de universiteit zoals de universiteit een verlengstuk van de markt is zoals de markt een verlengstuk van de kosmos is.

Waar gepraat wordt, wordt geluisterd. Almaar blabla zeggen is misschien niet makkelijk, maar wat te denken van almaar blabla horen? Een kleine fenomenologie van het sick-of-talking syndroom. Nicki Minaj weet ervan.

Om te besluiten: er is natuurlijk ook nog zoiets als zieke praat, in het leven net zo goed als in de letteren, maar niemand zal het bestaansrecht van het leven zoeken in die zieke praat. Zo wel in de letteren, als je het legioen der stromannen mag geloven. Haal die Voltaire-maskers en Derrida-schoudervullingen maar vast van zolder.

O en verder publiceren we natuurlijk gewoon grand old man Arjen Duinker en vast ook wel iets van jeune premier Obe Alkema.

De SKUT-redactie