Vertalingen in vogelvlucht V: Masaoka Shiki & Matsuo Bashô

Masaoka Shiki

63.1「湯婆婆」︰Yubâbâ

In de oude tuin
leegt zij de warmwaterkruik
onder het maanlicht.
***
古庭や月に湯婆の湯をこぼす
***
furuniwa ya
tsuki ni tanpo no
yu wo kobosu
***
N.B.: Er is waarschijnlijk sprake van een woordspel in dit gedicht. Er zijn geen grammaticale aanwijzingen te vinden naar de identiteit van degene die de waterkruik leegt. De tekens voor het woord ‘tanpo’ zijn 湯, ‘yu’ (warm water) en 婆, ‘ba’ (oma/oude vrouw). Samen genomen vormen ze het woord tanpo, dat vanuit het Chinees voor een waterkruik staat, maar ook het woord ‘yuba’, dat “warmwatervrouw” betekent; daarbij komt dat het teken voor warm water, ‘yu’ (湯), herhaald wordt in de derde lijn, als hetgeen dat wordt leeggegoten. Het gaat dus vermoedelijk om de zogenaamde ‘yubaba’, de waterkruikvrouw, oftewel om een voedvrouw of de eigenares van een badhuis o.i.d., zoals de geruchte Yubaba uit de Miyazaki film “Spirited Away”, wiens naam met dezelfde letters wordt gespeld.

57.2 「稻刈」︰Rijstoogst

Tijdens de rijstoogst,
uit de crematiegronden
stijgt geen rook vandaag.
***
稻刈るや燒場の烟たゝぬ日に
***
ine karu ya
yakiba no kemuri
tatanu hi ni
***
N.B.:  稻刈 (ine karu) is ‘rijstoogst’, 燒場 (yakiba) ‘crematiegrond’ of letterlijk ‘brandend veld’ en 烟 (kemuri) is ‘rook’. たゝぬ (tatanu) is de ontkennende vorm van ‘staan’, dus ‘staat’, oftewel ‘stijgt niet’, en 日に (hi ni) betekent ‘vandaag’. Eenvoudig zat.

50.1 「もつれた花」︰Verstrengelde bloesems

Verstrooide bloesems
raken verstrengeld met de
vleugels van vogels.
***
ちる花にもつるゝ鳥の翼哉
***
chiru hana ni
motsururu tori no
tsubasa kana
***
N.B.: ちる (chiru) betekent ‘verstrooien’, en 花 (hana) betekent bloem of bloemblad. Het woordje もつるゝ (motsururu, heden ten dage gespeld もつれる, ‘motsureru’ – het teken ゝ geeft aan dat de vooorafgaande lettergreep wordt herhaald) betekent ‘verstrengeld raken’. 鳥 (tori) betekent ‘vogel’ en 翼 (tsubasa) vleugel.

51.1「神と佛」︰Goden en Boeddha’s

In deze koelte
leven goden en Boeddha’s
vredig zij aan zij.
***
すゝしさや神と佛の隣同士
***
suzushisa ya
kami to hotoke no
tonaridoshi
***
N.B.: すゝしさ (suzushisa) betekent ‘koelte’. Ik heb er ‘deze koelte’ van gemaakt, bij wijze van vertaling van het snijwoord や (ya), wat de nadruk legt op de voorafgaande zinsnede. 神 (kami) betekent ‘god’ en verwijst met name naar het pantheon uit de Shinto-traditie, terwijl 佛 (hotoke) het Japanse woord is voor ‘Boed-dha’. De wortel ‘hoto’ is zelf afkomstig van het Chinese 佛陀 (fótuó), wat op zijn beurt voortkomt van het woord ‘buddha’ (बुद्ध) in het Sanskriet. De suffix 気 (-ke) is er waarschijnlijk aan toegevoegd om verlichting aan te duiden. 気  is beter bekend als ‘Qi’, of ‘Chi’ in de Oosterse filosofie; de energie die door alle levende wezens vloeit. De ‘hotoke’ is iemand die deze energie beheerst en zodoende de verlichting heeft bereikt. Men zou kunnen stellen dat dezelfde ‘Qi’ de ‘koelte’ is die de dichter beschrijft, net zoals het woord ‘aether’, afkomstig van het Griekse ‘αἰθήρ’, oorspronkelijk voor ‘lucht’ of ‘hemel’ staat. 隣同士 (tonaridoshi) betekent ‘naast elkaar’. Ik heb er het woord ‘vredig’ aan toegevoegd om hun harmonieuze symbiose te benadrukken.

Bronverwijzing: Selected Poems of Masaoka Shiki, Translated by Janine Beichman, 1986

door: Borus Fortuin
door: Borus Fortuin

Mastuo Bashô

HS-505 「奥の歌」︰Rijstplantagelied

Der waren dichtkunst
oorsprong: het Noordelijke
rijstplantagelied.
***
風流の初めや奥の田植歌
***
fûryû no
hajime ya oku no
taue uta
***
N.B.: 初 (hajime) betekent oorsprong, namelijk van de schoonheid (風流の). Het woord ‘fûryû’ (風流) is een uiterst metaforisch woord. Oorspronkelijk staat het voor ‘windvlaag’, maar het betekent ook ‘edel’, ‘gracieus’ en staat dus ook voor elegantie en de schone kunsten – poëzie in het bijzonder – of eenvoudig voor een fraai werk. Ik heb het woord ‘dichtkunst’ gebruikt om de verbinding te leggen tussen het plantagelied (田植歌) en het perspectief van de dichter, die zijn oorsprong en inspiratie zoekt in de liederen van het Noorden, 奥 (oku).

HS-35 「桂男」︰Maanmannetje

Het maanmannetje
is zijn onderkomen kwijt:
het regent vannacht.
***
桂男すまずなりけり雨の月
***
katsura-otoko
sumazu nari keri
ame no tsuki
***
N.B.: De katsura-otoko is bekend als de man die de maan bewoont. Deze heeft krachten vergelijkbaar met die van de vampier. Hij zou, volgens de overlevering, mensen met zijn schoonheid hypnotiseren om hun levenskracht te absorberen. In dit gedicht lijkt hij echter schadeloos, of althans schadeloos te zijn gesteld door de regenbui die de maan verhult. Dit is te zien in de tweede vers (すまずなりけり): ‘sumazu’ is een ontkennend continuatief van ‘sumu’ (rusten), en staat voor rusteloosheid en dakloosheid, terwijl ‘nari keri’ voltooid verleden tijd van van ‘naru’ (worden) is. Letterlijk vertaald is hij dus ‘dakloos geworden,’ oftewel zijn onderkomen (de maan) werd hem letterlijk ontnomen.

HS-698 「閑古鳥の歌︰」 “Koekoeksnest”
Doordrenkt van verdriet
zing mij jouw eenzame lied,
dank je de koekoek.
***
憂き我をさびしがらせよ閑古鳥
***
uki ware wo
sabishi gara seyo
kankodori.
***
N.B.: Dit is geen vrije interpretatie. De Japanse haiku staat veel vrijheid toe op grammaticaal gebied, maar beantwoordt desalniettemin aan belangrijke regels. Zover mogelijk heb ik dan ook mijn vertaling van deze regels geprobeerd af te leiden. Zo kan 憂き (uki) staan voor ‘verdriet,’ ‘drijven/zinken’ als ook voor het regenseizoen; het is vermoedelijk een in een hokku verplichtte kigo (季語), dwz. een seizoenwoord, of een knipoog naar de jaargetijden, in dit geval gekoppeld aan een gevoel van vervoering en verdriet; verder staat 我 (ware) voor ‘ik’, en を (wo) toont aan dat ‘ik’ het lijdend voorwerp ben. さびし (sabishi) betekent ‘een-zaamheid’, terwijl de suffix “-gara” (がら) op een oorzaak lijkt te duiden. De koekoek wordt aangesproken met het woord “seyo” (せよ), gebiedende wijs van “suru” (する), ‘doen’. Daar mijn gevoel van eenzaamheid door het schuwe lied van de koekoek wordt versterkt lijkt het me logisch dit gevoel te verdrijven door het gedicht te sluiten met de Hollandse uitspraak “dank je de koekoek”. Het feit dat het Japanse woord voor ‘koekoek’, “kankodori” (閑古鳥), allerlei associaties met Hollandse scheldwoorden oproept is echter slechts bijkomstigheid.

 

Bronverwijzing: Matsuo Bashô, HS — Hollywood-Studio, 1982