Bad Moonflower Rising, deel 2: De maananjer

De volle maan klimt boven het dak van een hutje van in de bossen van Bohemen. Onder luid gekraak zwaait de deur open. Een knokig kruidenvrouwtje snelt het bos in met tussen haar duim en wijsvinger de loot van een anjer (Dianthus caryophyllales), op zoek naar een bosje wilde andijvie (Cichorium pumilum). Als zij de loot voorzichtig ent op de wortel van een andijvieplant, bloeit er in het prille morgenlicht een blauwe anjer… Anno 2015 vertoont de anjer een rijk palet aan kleuren: van wit, oranje en geel, tot roze, rood en zelfs paars, met vele nuances en mengvormen daartussen. Een blauwe variant komt echter, net als de eenhoorn en de tegenvoeter alleen voor in oude volkssprookjes. Althans, tot voor kort.

(Lees deel 1 hier terug)

Ridderspoor (Delphinium elatum)
Ridderspoor (Delphinium elatum)

In 1997 kweekt het Australisch-Nederlandse biotechnologiebedrijf Florigene de eerste blauwe anjervarianten, onder de toepasselijke namen Moondust™ en Moonshadow™.i Net als de kleuren op een schilderspalet zijn de kleuren van bloemen vaak een mengvorm van primaire kleuren. Alle bloemkleuren zijn afkomstig uit een combinatie van vier verschillende basispigmenten.ii Door bloemsoorten te kruisen kunnen er nog niet eerder vertoonde kleurcombinaties ontstaan. Een kweker gaat daarbij te werk als Jackson Pollock: hij gooit lukraak kleurpigmenten door elkaar om te kijken wat beklijft op het plantaardige canvas.

So far, so good. In tegenstelling tot Pollock stuit een kweker echter al snel op de grenzen van het kleurbereik van een bloem. Hoewel de zoektocht naar nieuwe kleurtinten via plantveredeling een lange geschiedenis kent, heeft geen enkele kweker ooit een blauwe roos, chrysant of anjer verkregen.iii Dat komt doordat deze bloemsoorten een klasse van blauwe pigmenten missen, genaamd delphinides (dit blauw pigment is vernoemd naar de blauwe bloemsoort Ridderspoor (Delphinium elatum)).iv

Tot voor kort was het ontbreken van deze blauwpigmenten een onneembare horde: een blauwe anjer kweken was simpelweg onmogelijk. De moderne plantgenetica heeft echter op succesvolle wijze het kleurbereik van enkele bloemsoorten opgerekt: na tien jaar intensief genetisch onderzoek waren wetenschappers bij Florigene in staat om het gen, dat verantwoordelijk is voor de blauwe kleur in petunia’s, te isoleren en te enten op het erfelijke materiaal van de anjer. Et voilà: in het prille morgenlicht bloeide een blauwe anjer.

Na de introductie van de blauwe varianten op de snijbloemenmarkt was het niet lang wachten op een nieuwe Perdita. In het vorige deel besprak ik een dialoog tussen Polyxenes en Perdita uit de tragikomedie The Winter’s Tale. In deze dialoog neemt Perdita vermijdt zij bastaardanjers in haar tuin en bekritiseert zij het kruisen van anjers als een onnatuurlijke kunstgreep. De komst van de blauwe anjer blaast nieuw de woorden van Perdita nieuw leven in. Enter Perdita 2.0: mevrouw Bos, geruggensteund door de Stichting VoMiGEN (Voorkoming Misbruik Genetische Manipulatie).v In een bezwaarschrift aan het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) pleit mevrouw Bos voor een gentechvrije markt. De introductie van de blauwe anjer zou in strijd zijn met drie artikelen uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Dit bezwaarschrift laat zien hoe ver Shakespeares woorden reiken. De angst voor een kunstmatige anjer schopt het in 2009 zelfs tot in de Tweede Kamer. Laat ik nu de advocaat van de duivelsanjer spelen, als Polyxenes 2.0:

 

Advocaat van de duivelsanjer

Mevrouw Bos: Ik protesteer tegen gentechanjers en elk ander gentechgewas, geïmporteerd of op de markt gebracht, of gecultiveerd in een Nederlandse kas.

Polyxenes 2.0: Lief mevrouwtje, waarom keurt u die bloemen af?

Mevrouw Bos: De introductie van de blauwe anjer is in strijd met mijn recht op een ongestoord genot van eigendom. Vroeg of laat doen deze gemanipuleerde anjers andere planten de das om. Door ze genetisch te modificeren raakt de buurmansgrond genetisch verontreinigd! Sterker nog, het staat vast dat de kweker via gentechnologie planten ‘ten goede’ en ‘ten kwade’ pijnigt.vi

Polyxenes 2.0: Ho ho, lief mevrouwtje. Natuurlijk kan een kweker via veredeling en genetische modificatie een bloem transformeren. Maar u verwijt de kweker de positie van een moderne Dokter Faust, die de natuur kan commanderen. Niet alleen zou een kweker volgens u boven de natuur staan. Bovendien zou hij zowel goedschiks als kwaadschiks onbelemmerd zijn eigen gang kunnen gaan. Daarbij vergeet u voor het gemak dat een kweker afhankelijk is van de mogelijkheden die de natuur aanreikt. Om met Charles Darwin te spreken: het is een grote misvatting te denken dat mensen kunnen knoeien met de natuur.vii Dat zou even belachelijk zijn als denken dat je sulfaat zou maken, wanneer je ijzer gooit in zwavelzuur. De kweker laat slechts de natuurlijke affiniteiten van de bestanddelen een rol spelen. Je krijgt als kweker niets gedaan als de anjer niet ontvankelijk zou zijn voor deze opmerkelijk vormen van telen.viii

Mevrouw Bos: Maar deze techniek is in strijd met mijn recht op vrijheid en veiligheid (Artikel 5) en gevaarlijker dan vele atoombommen in handen van Iran of Koeweit!ix

Polyxenes 2.0: Nou, nou, ik heb uit betrouwbare bronnen vernomen dat u zelf evengoed een hybride bent. In een ver en grijs verleden is neanderthaler-DNA op uw DNA geënt. Geleerde tongen beweren dat DNA studies erop wijzen dat uw Homo sapiens voorouder wellicht een neanderthaler (Homo neanderthalensis) beminde.x Dus koop gerust een bosje blauwe anjers voor Moederdag of een andere feestdis. En noem ze geen botanisch vuilnis.

 

Ministry of Peace

Ik haalde opgelucht adem toen VROM in 2009 in het voordeel van het kweekbedrijf besliste. Een panel van vooraanstaande wetenschappers had in 2008 vastgesteld dat er geen risico’s verbonden zijn aan de introductie van blauwe anjer. De weerlegging van het bezwaar van mevrouw Bos klinkt als een verre echo van Polyxenes: “De genen die worden geïntroduceerd komen van nature ook voor in plantenmateriaal, omdat ze afkomstig zijn van bloemen en planten als Viola, Petunia en tabak. Er wordt dus niets nieuws geïntroduceerd in het milieu.”xi

Niettemin neemt ook het ministerie de rol aan van Perdita. Zo mag de bloemist de blauwe anjer alleen verkopen. Onder geen beding is aanplanten of vermeerderen toegestaan. En elk bosje blauwe anjers is voorzien van een verplicht label. Dit label waarschuwt tegen consumptie of cultivatie en vermeldt dat je te maken hebt met een genetisch gemodificeerd organisme.

Hier spreekt het ministerie doublespeak. Enerzijds pleit het ervoor dat de maananjer een natuurlijk product is, anderzijds wil het een gedoogbeleid. Je mag de anjers wel kopen, maar niet zelf kweken of per ongeluk eten. In deze ambigue houding bespeur je dat er toch een verdenking ligt op genetisch gemodificeerde planten, die sterk lijkt op het bezwaar tegen anjerhybriden in de tijd van Shakespeare.xii Nog even en je hebt alleen nog blauweanjershops in Amsterdam, met bijhorende blauweanjerpas…

Maan anjers
Maan anjers

 

Kunstmatige selectie

Waarom is de angst voor genetisch gemodificeerde of hybride bloemen zo diep geworteld? Door gewenste genen van één soort direct over te zetten naar een andere soort, zou de mens op onnatuurlijke wijze ingrijpen in de natuur. Dat niet alleen: ook de creaties zelf zijn hierdoor onnatuurlijk. De gentech-gewassen overschrijden daarmee de natuurlijke grenzen tussen soorten.xiii De kweker heeft, net als Dokter Faust, een tweede ziel in zijn borstkas: zijn zucht tot beheersing kan uitmonden in iets tegennatuurlijks. Iets wat zich niet meer laat beheersen en daarmee een aanslag pleegt op de natuur. Eeuwen terug gingen de neuzen en ogen van tuiniers en plantveredelaars aan de haal met wilde anjers. Generatie op generatie hebben kwekers met botanisch boetseerwerk anjers geselecteerd op grootte, vorm, aantal bloemblaadjes en geur. Sinds de ontdekking van de dubbele helix (DNA) door James Watson en Francis Crick (1953) raakt ook plantveredeling in een stroomversnelling. Traditionele kweektechnieken uit Shakespeares tijd maken plaats voor laboratoria, onderzoekscentra en databases vol genetische informatie. Je hoeft anjers niet meer handmatig te kruisen. Nu kun je genetisch materiaal van andere soorten direct inbrengen, zonder bestuiving.

 

Frankenflower

Inmiddels weten we dat ook genetische modificatie geen onnatuurlijk proces is. De filosoof Daniel Dennett geeft dit uiterst scherp weer: “Het staat buiten kijf dat genetische ingenieurs enorme vooruitgang boeken. Maar je moet er wel rekening mee houden dat de genetici zelf en het erfelijke materiaal waarmee zij te werk gaan, het product zijn van eerdere, langzamere evolutionaire processen.”xiv Ook het uitwisselen van genetisch materiaal tussen verschillende soorten komt geregeld voor in de natuur.xv Uit recent onderzoek blijkt dat 179 miljoen jaar geleden een gen, dat codeert voor lichtgevoelige proteïnen, is overgesprongen van een hauwmos op een varen.xvi Dat is opvallend, want deze twee plantgroepen hebben zich ten minste 400 miljoen geleden opgesplitst. Dit gen gaf varens een enorm evolutionair voordeel in de opname van licht in de dichtbegroeide bossen.xvii De splitsing heeft een enorme waaier aan varensoorten tot gevolg gehad. De varen staat hierin niet alleen: evolutiebioloog Jeffrey Palmer heeft bewijs gevonden dat het overgeven van genen tussen niet-gerelateerde planten bij verschillende plantsoorten is voorgekomen.xviii Wat genetisch ingenieurs doen ligt al lang besloten in de evolutie. Florigene is niet onnatuurlijk bezig en de genetisch gemodificeerde anjer is geen demonische frankenflower.

 

Noten

i Sindsdien zijn er drie andere varianten bijgekomen ZOEK OP

ii Griesbach Biochemistry and Genetics of Flower Color in: Janick (ed.), Plant Breeding Reviews Vol. 25, p. 90: “

iii Fukui et al, A rationale for the shift in colour towards blue in transgenic carnation flowers expressing the flavonoid 3’,5’-hydroxylase gene, Phytochemistry Vol. 63 (2003) pp. 15-23

iv Mol et al., Novel coloured flowers, Current Opinion in Biotechnology 1999, Vol. 10 p. 198)

v Link Stichting VoMiGen: http://www.vomigen.eu/

vi Bron: http://www.gentechvrij.nl/plaatjesgen/anjerrobrvst100408no1.pdf

vii Darwin, Variation of Animals and Plants under Domestication, Vol I, p. 2: “From a remote period, in all parts of the world, man has subjected many animals and plants to domestication or culture. Man has no power of altering the absolute conditions of life; he cannot change the climate of any country; he adds no new element to the soil; but he can remove an animal or plant from one climate or soil to another, and give it food on which it did not subsist in its natural state. It is an error to speak of man “tampering with nature” and causing variability.

viii Ibid.: “If a man drops a piece of iron into sulphuric acid, it cannot be said strictly that he makes the sulphate of iron, he only allows their elective affinities to come into play. If organic beings had not possessed an inherent tendency to vary, man could have done nothing.”

ix Bron: http://www.gentechvrij.nl/plaatjesgen/anjerrobrvst100408no1.pdf

x Voorbeeld: Wall, Lohmueller & Plagnol, Detecting ancient admixture and estimating demographic parameters in multiple human populations. Molecular biology and evolution 26 (2009)

Recent verscheen een onderzoek van het Max Planck Instituut in Leipzig waarbij het DNA van een 45,000 jaar oude Homo sapiens sapiens in kaart was gebracht, met een verrassend resultaat. Lees meer: http://www.mpg.de/8710423/genome-earliest-modern-human

xi Beschikking van het Ministerie VROM aan mevrouw Bos (18 december 2009)

xii Vooral als het Ministerie schrijft dat de toestemminghouder (Florigene) de verkoper en koper op de hoogte moet brengen van de veiligheid van het product. Ook moeten zij een organisatie inzetten om accidentele teelt monitoren en de juiste maatregelen hier tegen te nemen.

xiii GM crops in developing countries: “The transfer of genes between species is often thought to be particularly unacceptable because it violates boundaries between natural species.” (Bron: “http://www.nuffieldbioethics.org/”)

xiv Dennett, Darwin’s Dangerous Idea, p. 76: “Genetic engineers […] human beings who engage in recombinant DNA tinkering – can now unquestionably take huge leaps through design space creating organisms that would never have evolved by ordinary means.” […] “This is no miracle provided that genetic engineers and the artefacts they use in their trades are themselves wholly the products of earlier, slower evolutionary processes.

xv Ridley, Genome, p. 253: that gene swapping between different species, especially microbes, is now known to be far more common than was once believed, so there is nothing ‘unnatural’ about the principle

xvi Zimmer, Plants That Practice Genetic Engineering, The scientists found that roughly 100 million years ago, ferns exploded into a number of new lineages. Eighty percent of today’s fern species can be traced to that evolutionary burst. Intriguingly, these successful ferns also evolved a new kind of light-sensing protein. Known as a neochrome, it makes ferns sensitive to dim levels of light. These neochromes may have enabled ferns to thrive on shady forest floors. […] Comparing all the data, Mr. Li and his colleagues came up with an unexpected hypothesis for how ferns got their neochromes. Neochromes did not gradually evolve in ancient ferns. Instead, a single lineage of ferns picked up the neochrome gene from hornworts about 180 million years ago. […] Mr. Li speculates that the transfer took place between a hornwort and a fern growing in intimate contact. Once a fern picked up the neochrome gene, his research indicates, it moved into other fern species as well. It’s possible that acquiring this gene enabled ferns to thrive in dark forests. Artikel uit PNAS: Li, et al., Horizontal transfer of an adaptive chimeric photoreceptor from bryophytes to ferns (2013).

xvii Veel mossoorten zijn in staat om in de schaduw van andere planten te leven doordat zij in staat zijn om rood licht op te nemen voor fotosynthese. Varens en andere planten leven daarentegen vooral van blauw licht. Hierdoor konden varens eerst niet groeien op de bosgrond. De overgroeiende planten filterden het blauw licht al weg. Maar hier kwam verandering in toen per toeval het gen dat zorgt voor de opname van rood licht per toeval werd overgedragen op een varen. Hierdoor is deze varen in staat geweest om te overleven in een wereld waarin bomen en struiken de varens gingen overgroeien.

xviii Zimmer, Plants That Practice Genetic Engineering, Dr. Palmer has found evidence for DNA moving between plant species, as have other researchers in recent years. Those previous studies suggested that plants sometimes replaced one of their genes with a version from another species. “It’s like swapping out one part of a machine for another part made in another country,” said Dr. Palmer.

Lees meer in Bergthorsson, et al., Widespread horizontal transfer of mitochondrial genes in owering plants, Nature, Vol. 424 (2003).