Hoog, verblindend verblijf
Onder mijn voeten
schouwspel van ingekrompen kelen
Het doel ontpopt in zijn dood
Nerveus universum,
Waarop de mond almaar voortmoordt
De muur vat nergens vaste vorm
En van moment tot moment
Valt zij als vlokken,
Op de soldaten van het morgenland
angstweelde wijd
Een vuurgevecht, enkelvoudig stemgeluid
Maar het lichaam is al afgelegd.
>