In reactie op eerdere briefschrijvers zet Anja Meulenbelt haar gedachtes uiteen over de Nederlandse herdenkingstraditie. Zij reflecteert op haar eigen familieverleden, het verband tussen de jodenvervolging en kolonialisme, en pleit voor het stellen van ‘gevaarlijke’ vragen over de Nederlandse geschiedenis.
braakland / Steniging
‘de profeet vervolgt zijn weg hij weet dat hij moet voortmaken want het is tijd hij heeft een missie hij zoekt naar vlaamsche jongens zoekt naar vlaamsche meisjes want zij zijn de toekomst van morgen ook al beseft hij dat 13 à 15% gedrags- of ontwikkelingsproblemen heeft 12,6 % financieel risicogedrag vertoont 7,2% medicatie neemt (vaak rilatine) 35,6 % hoopt dat ze ooit beroemd zullen worden 35,2 % voor een herinvoering van de doodstraf is 93,2 % aangeeft dat ze een relatie willen’
Over herdenken III
Sara Polak neemt de pen over en denkt terug aan haar grootvader, Wim Polak, die tijdens de oorlog ondergedoken zat. Via een discussie tussen haar grootvader en Hans Daudt, politicoloog, reflecteert ze op het nut van theorie, de belerendheid van Grunberg en het verschil tussen schrijven en handelen.
Over herdenken II
Als reactie op de openingsbrief van Esther Edelmann schrijft Frans-Willem Korsten een tegelijk zeer persoonlijke en theoretisch geïnformeerde brief over de ‘troeperigheid’ van het ‘wij’.
Over herdenken I
Op 4 mei hield Arnon Grunberg een toespraak ter herdenking, en bevroeg daarbij tegelijkertijd de activiteit van het herdenken zelf. Esther Edelmann plaatst als reactie enkele kritische kanttekeningen bij Grunbergs speech in een brief. Deze brief vormt het begin van een nieuwe reeks kettingbrieven waarin gereflecteerd wordt op het herdenken.
zo spreekt het uit mezelf spreekt het uit de ander in mij
…
ik heb dat ook zeg je en je verzet je als het maar helpt denk je &ik als iets maar helpt denk ik en zo lijkt het
…