cc


nu toch al enkele jaren buiten het boek
bloeit het park van mensen
een kind speelt op het fietspad
en ik vraag me af
    of ik hem zou kunnen aanrijden
en hoe dat in zijn gang zou gaan
    het kan waarschijnlijk niet
       er is zoveel licht hier onder dit bladerdak
       het dons dat in de lucht hangt
       dempt ook de aankomst
           van fietsen op een lichaam

Wat ik niet zeg

Buiten schemert het, binnen ook. Ik knip de lichten aan, ruim het aanrecht af en twijfel of ik het stuk kaas dat er ligt opeet. Ik spoel de koffievlekken van een kopje en veeg de gootsteen weer droog. Moeder is thuis. Ze ligt op de bank. Wat zijn de dagen lang, er komt geen einde aan, zucht ze. Ik kijk op de kalender, vanavond heeft ze er nog een shift op staan. Ik leg een proper uniform voor haar klaar, strijk met een snelle beweging de plooien glad. Ze wil vragen hoe mijn dag was maar vindt de woorden niet. Ik knik, meer valt er niet te zeggen.