Wat ik niet zeg

Buiten schemert het, binnen ook. Ik knip de lichten aan, ruim het aanrecht af en twijfel of ik het stuk kaas dat er ligt opeet. Ik spoel de koffievlekken van een kopje en veeg de gootsteen weer droog. Moeder is thuis. Ze ligt op de bank. Wat zijn de dagen lang, er komt geen einde aan, zucht ze. Ik kijk op de kalender, vanavond heeft ze er nog een shift op staan. Ik leg een proper uniform voor haar klaar, strijk met een snelle beweging de plooien glad. Ze wil vragen hoe mijn dag was maar vindt de woorden niet. Ik knik, meer valt er niet te zeggen.

De middelen van samenleving

Iemand dempte het licht en stak de kaarsen aan. Een stem begon met spreken en leidde de groep rond door hun verborgen gevoelens en gedachtes. De stem was warm en zacht, en drong aan op de excommunicatie van ene “Strien”, een tot voor kort vertrouwd lid van de gemeenschap. Men stemde in met het horen van argumenten voor en tegen de beoogde ingreep.