Titelloos

twee mensen aan een tafel
twee vormen op tafel

staren en beseffen
dat zij de vormen zijn

die naadloos op elkaar aansluiten
en elkaar oneindig omsluiten

de mensen vegen plots de vormen van tafel
tillen de tafel op om te gooien

tot ze beseffen dat de tafel niet van hout is
maar gezongen

dat de verhelende letters niets leren
slechts pogen aan hun eigen tafel te zitten