Valse start

door: Jelmer van Lenteren


 

Dit is het gedicht waar niemand op gewacht heeft.
Er gingen wel al lang verhalen over
in alle kranten en op het journaal. Het zou komen
zover was de wereld wel. Maar wanneer? Hoe snel?

Onlangs dan opeens die foto. Uit een bak vol inkt
trok ik een vel papier. Verzopen. Ergens anders
op datzelfde kiekje zat een ander al te dromen
van haar volgende, goedlopende, spannende roman.

We rijden een comfortzone binnen, het gedicht en ik.
Het heeft zich aan me vastgeklampt en komt niet verder dan
hoe moet ik nu beginnen, wat als ik iets fout doe.

Ik stel voor ons niet te laten registreren. We zijn het eens
dat ik de reden te weten onze haast nog eens benoem.
Opgesloten in ons eigen referentiekader komen we er niet.

De trein staat stil en uit een hoek van de wagon klinkt:
Gevaarlijk gebied. Ik houd het gedicht bij een kier
en vraag wat het ziet.

Allemaal geweren en hun baasjes, fluistert het. Regels
zijn er toch vooral om te breken, dus we steken
ons vol overgave in de hens. Het onbereikbare van ons gered.

Welterusten, zeggen we. Onthoud: je vrije wil is wet.