Labyritmisch manifest, deel II

Mal du Suisse (al is de leugen nog zo snel)

 

mal de s
fig. 2: Unus pro omnibus, omnes pro uno

 

 

Het was een vreemdsoortig dodelijk heimwee

dat ons al snel was overkomen.

Geen berg of dal meer in zicht, alleen nog maar

een bloedbad in een storm van staal en vuur.

De vijfde colonne vierde zege, ging

vroeg met pensioen, net op tijd voor een kop thee

en net op tijd om flink te incasseren.

Nu was het hun klanten hun beurt om hun schulden

terug te betalen, door hun eigen volk, ontworteld en ontwricht,

bloot te stellen aan dezelfde ballingschap.

 

Wisten zij veel dat heimwee ook ziek maakt?

De Joden konden er immers ook goed mee leven

en Ezra Pound werd ook als expatriot verheerlijkt,

maar was dat niet juist zijn bezwaar? –

Men liet zich omkopen en raakte zodoende

zijn identiteit, oftewel zijn ziel kwijt. Ungeheuer.

 

 

Hoe vreemd is het dan, dat er in deze vervreemding

nog altijd zielen bestaan die verhalender- en spelenderwijs

toch weer hun lot op aarden trachten te zoeken?

In dit labyrint, achter slot en grendel, wederom,

ligt onze boodschap, onze oorsprong, die toch altijd

onmiskenbaar is geweest, altijd duidend op

hetzelfde verlangen: een hunkering naar eenheid.

 

De parel in de mossel en de kiezel in de schoen.

                                            It’s not rocket science.

 


 

Vastgoedspeculatie (Avalon geplunderd)

 

fig. 3: #RoyalPain
fig. 3: #RoyalPain

 

Hoeveel vervalsing de geschiedenis ook mag

hebben ondergaan, wie ben ik – wie ben jij, in godsnaam –

om dit te ontkennen? Het bloed van onze vaders zinloos

te hebben laten verspillen? Om een hereniging die nooit

had mogen komen, maar die nog zo onontkoombaar was?

 

Want mijn vaders hadden nooit

ook maar één rode cent verdiend

aan dit juweeltje temidden van hun spaarzaam verdeelde domein.

Integendeel, ze hebben er alleen

generaties lang in geïnvesteerd,

omwille van de zielenheil der slachtoffers

van hetgeen zij  als hun eigen erfzonde

moesten hebben ervaren –

 

tot ze er tenslotte zelf aan ten gronde gingen.

 

En dat is nu de grondslag van jouw erfgoed:

wat ooit als heiligdom bedoeld was,

ver verwijderd van het woelige gespuis

van hun driftzieke tijdgenoten,

moet nu winst blijven genereren om in stand

te worden gehouden, terwijl alleen nog maar

geprivilegeerden zich de luxe kunnen veroorloven

van wat ooit als almoes was begonnen.

 

Één ding is zeker: een heerlijkheid is het lang niet meer.

 

 

>