De achterkant van beelden is code

achterkant1

 

op het wandkleed wereldbeeld het bal van de wilden zien we naast de man in beenharnas een personage in harlequinkostuum met om zijn middel een gordel met bedels en op de voorgrond een figuur met om haar hoge borst een pelzig jasje – aan de kunstige en bijna buitenaards uitziende knie- en beenbedekking van de wilde ridder te zien was men toen al gewend aan bestuurbare extensies en vol hoop op de cyborgs van de toekomst

de ridder was bijna uitgestorven en men kon het zich veroorloven wilde mannen en woodewoses in sprookjesachtige stadstuinen te tonen op de mobiele wandkleden die het veroverde bezit loofden, deze projectieschermen van welgestelden, het ons bekende tablet template, oneindig labyrintisch en daarom richten wij reservaten en zadenbanken in, ontwerpen longreads over bedreigde talen, kuststroken en bosdieren, en dit doet me denken aan wat N. opmerkt over de antieke sarcofagen die aan de buitenkant een opeenstapeling laten zien van al het gekende en gewilde, uit angst of behagen, waardoor ze tenslotte zelf echte kamers zijn geworden, met veel, veel ramen, verblijfplaats voor geliefde doden en overlevenden

 

achterkant2

 

geborgen in techniek roept Cyber ons en wij luisteren, we kijken in onze handpalm en lezen de vrome voorschriften in code, de reductie overtuigt, het tuig buigt naar een kant waar je nieuw bent, niets weet je ervan maar je hebt het gehaald, opgetild door mooie woorden

de achterkant van beelden en woorden is code

In Thüringen wonen er vijf: drie vrouwen, twee mannen. In Brabant elf: drie mannen, zes maagden, twee weduwen. In Engeland negen: vijf kluizenaars, twee kluizenaressen, twee jonkvrouwen. In Vlaanderen vijf: drie begijnen, twee nonnen. In Zeeland zes: een priester, twee begijnen, een kluizenaar in Middelburg en een weduwe met veel gezag. De zesde is een manneke dat niemand kent.

 

mv3

 

een stukje broncode tonen, de achterkant van een wandkleed wereldbeeld, het moederbord toont hoe de wilde wevers weven, het is de taal van de wereld die uit de kelen van de sirenen stroomt

de apparaten en instructies waren ontworpen om te voorkomen dat de gebeurtenissen rauw het bewustzijn zouden roosteren, tot de kern doordringen en daar onze code herschrijven of wissen, sommige kantelingen zijn onomkeerbaar, waar trauma’s ons aan herinneren, het vergeten organiseren of de gebeurtenissen niet toestaan binnen te treden, beproefd recept in het magisch militair-medisch complex, immune communes bestelden het banket aan zee bij Odessa, we loven de code van de dove Odyssee – diep is zuiver klassiek en onbegrijpelijk in me opgenomen, een diepe jammer die stoort

mw4

uit ruimtes die leeg leken sprongen hele werelden tevoorschijn, de code van Fraunhofer naast de cryptografische lijst van volmaakten, spectraallijnen zijn de vingerafdruk van chemische elementen, begijnhoven en schrijvende vrouwen de kenvorm van mystieke netwerken, we wisten natuurlijk allang dat de massa niet verklaard kon worden door de magere opsommingen van priesters, koningen en krijgers, al werden die door historici en schrijvers steeds herhaald en vermenigvuldigd, we konden niet goed met onzekerheid omgaan totdat we die uitdrukten in risico of waarschijnlijkheid, met hun polyester handelsjasjes vragen ze voor hun zekerheden een rentebedrag voor de deal gesloten was, we baseerden adviezen op onderzoek waarin hele groepen en gebieden waren weggestreept, we trokken verreikende conclusies uit beperkte meetmethoden, zoals we ze kennen uit dierenexperimenten – het gaat sneller zonder leegte, onbekend vertraagt maar jaagt ook aan, als zij verderop terugkomt in de gedaante van onverklaarbaar ziekteverzuim, flitscrisissen en recidive, in falende staten en fracking sites, haar delegeren, naar andere domeinen.

 

 

mv IIIa

 

het geribd jasje van de koning is een folie van het harnas, een overbodig geworden wapenuitrusting, een uitgestulpte binnenkant, het is een flexibel pantser, een hoornig jasje, uitgespaarde ribben verraden een ruimte, ze bluffen, als eilanden

het paard is wild, de kleine man rijdt het paard maar de man is ook wild, hij zit in harnasjas in de klem van zijn wilde jagers, zijn wijde begeerte is pasmunt voor zijn stuurkunst geworden, de wilde jagers zingen kalm, de wijde begeerte is in ribkunst ingeklonken, de wilde jacht gaat door, door hof en bos

we worden voortdurend gepunctueerd door de tekens en seinen om ons heen en we geven ze ook weer door, we worden gebruikt voor de voortplanting en verspreiding van tekens en zetten informatie om in materie, apparaten en accessoires die de gaten weer aan elkaar haken en we bidden dat dit geïmproviseerd coreset het houdt en daarom zingen we, verblekend koraal in wereldzeeeën

 

mwIIIb

 

als klanken uit een trommel sprongen uit ruimtes die leeg leken hele werelden tevoorschijn, morse is het tegenovergestelde van trommelen

wat we doen om ergens te kunnen komen, onverzadigd, in een andere fase – het middel moet genezen of helen, de afbeelding branden in vuur, terug tot de kern, dolblij met nieuwe ledematen en extensies, we zijn gereinigd en dansen als onschuldige kinderen, we dragen oude kostuums en dierenmaskers en slaan muziek uit de ketels, we dansen om van vast vloeibaar te worden, van vuil verschoond, van ziek naar gezond, van klein naar groot – met de leeg gekomen handen en vingers trommelen we op de nieuwe schermen, beïnvloeding vindt eerder plaats door diffusie en osmose dan door directe communicatie – rituelen en ceremonies zijn hiervoor ontworpen, de overvloedige sociale signalen lijken op oude trommeltalen, een verspreid systeem proberen te benaderen is een retorica – de emulsificerende agenten trachten van gescheiden elementen een egale laag te maken, sommige ervaringen blijven langer kleven en raak je niet kwijt, de kans daarop is een waarschijnlijkheid en kan worden berekend – de binder werkt aan de oppervlakte, ze nestelen zich rondom grenslagen tussen waterige en vettige delen, of tussen hard en zacht, een volmaakt jasje

 

 

BEELDCREDITS

details van het wandkleed Le Bal des Sauvages, midden 15de eeuw, gereproduceerd in Tapestries, door Mercedes Viale uitg. Paul Hamlyn

de foto bij ‘geborgen in techniek roept Cyber ons’ is een detail uit het werk Fenster, van Gábor Õsz, van dichtbij gefotografeerd en uitvergroot, gezien in de expo On the Move in Stedelijk Museum Amsterdam, februari 2015

In Thüringen wonen er vijf: drie vrouwen…‘ is afkomstig uit Hadewijch’s Lijst van volmaakten, gevonden in Frits van Oostrom, Stemmen op Schrift (pag. 454), met de fascinerende hoofdstukken en hypotheses Mystieke netwerken en Nederlands als vrijplaats

de tekening bij ‘als klanken uit een trommel‘ is een instructie van the three basic strokes: the bass, van de website van afrodesign.com

schilderij van Koning Willem II te paard, 1846 Nicaise de Keyser, gezien 29-11-2013 in de Volkskrant online met de titel: Chantage om mannenliefde gaf koning Willem II laatste zet tot invoeren democratie

andere foto’s van de auteur